Gedichtanalyse: Eddy van Vliet

BIOGRAFIE

 

 

Voor mijn gedichtanalyse ga ik rond een gedicht werken van Eduard Léon Juliaan (Eddy) van Vliet. Eddy  van Vliet is een vlaamse dichter. Hij is geboren in Antwerpen op 11 september 1942 en stierf op 5 oktober 2002. Eddy was niet enkel een succesvolle dichter maar bovendien ook een advocaat.  Hij was dan ook geregeld te zien op VTM als panellid in 'Recht van antwoord'. In de literaire wereld wordt Eddy van Vliet als een neoromanticus gezien.

THEMA'S EN DICHTBUNDELS

Het huwelijk tussen Eddy van Vliet zijn ouders boterde slecht. Toen Eddy twaalf jaar oud was, verliet zijn vader het gezin en kwam nooit meer terug. Dat verdriet en gemis om zijn vader laat hij zeer duidelijk blijken in zijn werken. Eddy schreef hierover in één van zijn bekendste gedichten, Afscheid van mijn vader. Nogmaals verwijst Eddy naar zijn vader door zijn laatste dichtbundel, ook wel zijn bekenste, Vader (2001) te noemen. Terwijl Eddy volop aan deze dichtbundel aan het werken was, stierf zijn vader. Eddy debuteerde met de bundel: Het lied van ik (1964), wat dit een belangrijk werk maakt want zo heeft Eddy van Vliet zich een plek weten te veroveren in de literaire wereld. In dit werk gaat Eddy dingen uit de werkelijkheid abstract maken en vervangen door sprookjesachtige of mythische elementen. Ook in Colombus tevergeefs (1969) gaat hij de confrontatie met de buitenwereld aan. 

Eddy van Vliet is een dichter die niet graag wilde bestempeld worden als neoromanticus want hij was van mening dat hij schreef wat hij voelde en waar hij aan dacht. Het ging hem niet om in een bepaalde stroming uit te blinken maar om zijn verdriet, melancholie en vragen rond de dood neer te schrijven. Doordat hij zijn gevoelens zo sterk weet over te brengen via zijn gedichten wordt hij aanzien als een romanticus pur sang. Veel van zijn werken zijn autobiografisch, ze gaan over het verdriet van zijn vaders vertrek en om het gemis waarmee Eddy heeft moeten leren leven.

PRIJZEN

Eddy van Vliet heeft verscheidene prijzen op zijn palmares staan. Allereerst won hij in 1971 de Arkprijs van het Vrije Woord voor zijn werk, Colombus Tevergeefs. De Arkprijs van het Vrije Woord is een symbolische prijs, dit wil zeggen dat er geen geldbedrag aan verbonden is. Deze prijs is in het leven geroepen door Herman Teirlinck en de redactie van het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Deze prijs wordt toegekend aan mensen die zich actief inzetten voor de vrijheid van meningsuiting en denken, dat zou ingeperkt kunnen worden door enige ideologische bekrompenheid. De namen van de winnaars van deze prijs wordt gegrift in een kunstobject dat wordt bewaard in het Letterenhuis (Vroeger AMVC). Daarnaast won Eddy vier jaar later, in 1975, de Jan Campert-prijs voor Het grote verdriet. De Jan Campert-prijs is een jaarlijkse poëzieprijs uit Nederland. Hier is wel een geldbedrag aan verbonden van 5000 euro. De Jan Campert-prijs is opgericht door de dichter Jan Campert. Deze prijs was in eerste instantie bedoeld voor jonge dichters die zich in het verzet hadden onderscheiden door zijn of haar houding. Tenslotte mocht Eddy van Vliet ook nog in 1989 de Staatsprijs voor poëzie in ontvangst nemen voor De binnenplaats. De Staatsprijs wordt voortgezet door de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Poëzie. Dit is een driejaarlijkse Cultuurprijs die door de Vlaamse Gemeenschap wordt toegekend. Je kan deze prijs winnen als je gedurende drie jaar op rij literair werk publiceert van opmerkelijke kwaliteit waardoor deze veel aandacht kreeg. Aan deze prijs hangt ook een geldbedrag van zo'n 12.500 euro.

GEDICHT VAN EDDY VAN VLIET

Dood

Dood. Heb geen angst. Talm niet
voor mijn deur. Kom binnen.
Lees mijn boeken. In negen van de tien
kom je voor. Je bent geen onbekende.

Houd mij niet voor de gek met kwalen
waarvan niemand de namen durft te noemen.
Leg mij niet in een bed tussen kwijlende
kinderen die van ouderdom niet weten wat ze zeggen.
Klop mij geen geld uit de zak
voor nutteloze uren in chique klinieken.

Veeg je voeten en wees welkom.

(Uit: De toekomstige dief: gedichten - 1991)

GEDICHTANALYSE: DOOD

Analyseschema Lyriek Analyse Voorbeeld uit het gedicht
1. De titel De titel van dit gedicht geeft meteen het thema weer, de dood. In dit gedicht spreekt hij de dood aan. "Dood."
2. Het lyrisch ik Het lyrisch ik is gegarandeerd Eddy van Vliet. De aangesprokene in dit gedicht is de dood. De verhouding die er is tussen de twee is een beetje eigenaardig. Het lyrisch ik is niet bang van de dood en hij verwelkomt de dood, hij vraagt de dood om binnen te komen. Hij zegt ook dat de dood geen onbekende is. Dit omdat hij vaak over de dood schreef in zijn werken, vandaar de verwijzing. De sfeer die er is tussen de twee is een gemoedelijke intieme sfeer. Het is net of het lyrisch ik tegen een persoon spreekt die zijn muze zou kunnen zijn. "Je bent geen onbekende"
3. Het thema Het thema is overduidelijk de dood. Hij spreekt de dood aan en zegt eigenlijk hoe hij wil sterven. Snel en gemakkelijk, zonder een te lange lijdensweg. Hij nodigt de dood uit om binnen te komen en niet langer te treuzelen want hij wil niet in behandeling gaan of tijd doorbrengen in het ziekenhuis. Van zodra de dood binnenkomt besef je dat het lyrisch ik dan ook sterft. Maar het lyrisch ik laat ook blijken dat hij klaar is om te sterven, hij is niet bang. Hij kent de dood want hij heeft er al veel over geschreven. "Veeg je voeten en wees welkom."
4. Vorm, vers en strofebouw Wanneer ik naar dit openbarend gedicht kijk in zijn geheel dan tel ik 3 strofes. Strofe 1 telt 4 versregels, strofe 2 telt 6 versregels en strofe 3 telt 1 versregel. De laatste strofe is als het ware een beetje de 'clue' van het gedicht. De dood is er nog niet en het lyrisch ik vraagt hem een bezoekje te brengen. In de eerste twee strofes lees je over hoe het lyrisch ik over de dood denkt en hoe hij eigenlijk wil sterven. In de laatste strofe nodigt hij de dood bij hem binnen.
Dit gedicht bevat op het eerste zicht geen opvallende vorm. We hebben hier niet te maken met een haiku, limerick, elfje, sonnet, of andere dichtvorm. 
 
5. Beeldspraak, stijlfiguren en symbolen Allereerst schrikt Eddy van Vliet er niet van terug om veel beeldspraak te gebruiken. Dit is niet storend, het laat juist ruimte om dingen persoonlijker te interpreteren en in te kleuren. Hij zegt dat de dood geen onbekende is voor hem. Dan vraag je je af of dit komt doordat hij vaak over de dood schreef of omdat er al veel mensen rondom hem zijn gestorven. Daarnaast gebruikt hij een heel mooi metafoor voor oude, demente mensen.
".... kwijlende kinderen die van ouderdom niet weten wat zeggen." Allereerst zegt men wel dat heel oude mensen zeer kinds kunnen zijn, vandaar dit metafoor. Verder zegt hij dan ook dat ze van ouderdom niet weten wat zeggen want ze zijn dan waarschijnlijk dement. Toch gebruikt hij hier twee tegenstellingen door te zeggen dat ze kinderen zijn maar dat ze dan weer te oud zijn en niet weten wat zeggen. Ik had meteen door wat hij wilde zeggen want in mijn straat is er een bejaardentehuis en ik zie vaak vele oudjes uit hun raam in het ijle staren. 

Ten tweede doet Eddy van Vliet beroep op een belangrijke stijlfiguur, de enjambement. Dit is een verschijnsel bij strofrijm waarbij een zin te lang is voor een versregel en dus doorloopt over de volgende versregel. Ik vind dit persoonlijk een handige manier om zo een gedicht iets vloeiends te geven. Ik heb al enkele gedichten van Eddy van Vliet gelezen en het is me opgevallen dat dit een typische stijlfiguur is waar hij vaak gebruik van maakt in zijn gedichten. Persoonlijk vind ik dat dit het gedicht meer samenhang geeft waardoor het gedicht beter onthouden wordt, misschien is dat ook net het doel van de dichter.

"... nutteloze uren in chique klinieken." Volgens mij staan die nutteloze uren symbool voor het feit dat hij weet dat hij gaat sterven en dat hij geen nood heeft aan een behandeling waarbij hij later toch nog zal sterven. De dood ontloop je niet. Je kan je dagen rekken maar sterven doet iedereen op een gegeven moment.
"Leg mij niet in een bed tussen kwijlende kinderen die van ouderdom niet weten wat zeggen."











"Klop mij geen geld uit de zak voor nutteloze uren in chique klinieken."
6. Rijm en klank Dit gedicht is rijmloos. Vroeger gebruikte men rijm zodat gedichten gemakkelijker waren  te onthouden, maar ik denk dat Eddy van Vliet dit oplost door enjambementen te gebruiken waardoor het gedicht op deze manier ook wel goed wordt onthouden door de lezer.   
7. Ritme en metrum Dit gedicht van Eddy van Vliet is een vrij vers. Er is geen regelmatige strofebouw, noch maatsysteem of rijm.  

 

MIJN APPRECIATIE

Toen ik deze dichter toegewezen kreeg, had ik geen flauw benul wie hij was. Ik was erg nieuwsgierig naar zijn werken want het is moeilijk om een dichter te vinden die je ligt. Bovendien wordt er niet veel poëzie meer gelezen en dit was een manier voor mij om in contact te komen met een nieuwe dichter van enige kwaliteit. Dus ik begon wat op te zoeken over Eddy van Vliet en toen ik een foto van hem zag was ik niet echt onder de indruk van deze dichter. Zeker toen ik bovendien ook zag dat veel van zijn werken gepubliceerd waren in de 20ste eeuw. Bewust besloot ik om geen gehoor te geven aan mijn vooroordelen en besloot enkele gedichten van hem te lezen eer een oordeel te vormen rond deze man in kwestie.
 
Op slag was ik van mijn sokken geblazen toen ik nog maar het eerste gedicht las. Ik begon nog meer van hem te lezen en keer op keer besefte ik hoe levensecht zijn gedichten aanvoelen en hoe ik aan het meeleven was met het lyrisch ik. Het gedicht, Dood, is me vooral bijgebleven want vaak lees je gedichten over de dood waarbij het lyrisch ik aan het rouwen is en er een soort nostalgie of gemis de heersende sfeer schept. Bij dit gedicht van Eddy van Vliet is dit niet zo. In dit gedicht is het lyrisch ik klaar om te sterven, hij heeft vrede genomen met wat hem te wachten staat, hij is niet bang om te sterven. Ik vond dit zo een mooi gedicht want ik kan me heus wel inbeelden dat mensen die zeer ziek zijn ook wel zo denken en eigenlijk maar aan het wachten zijn om te sterven. Alle behandelingen en ziekenhuisopnames zijn een sluier, een uitstel van executie. Ondanks het "gevoelig" thema weet Eddy dit gedicht op een mooie, niet al te shockerende manier te omschrijven. 
 
Tenslotte wil ik nog even zeggen dat ik een dichter heb gevonden die ik zeer toegankelijk vind. Daarnaast heb ik besloten nog meer werken van hem te lezen! 
 
 

BRONNEN

Arkprijs van het Vrije Woord. (2016). Arkprijs. Opgehaald op 18 januari 2016 van https://www.arkprijs.be
Cruysweegs, B. (2015 - 2016). NED Literatuur 2 DEEL A. Antwerpen: Karel de Grote-hogeschool.
De Mets, P. (2012). Eddy van Vliet: Poëzie als bezwering. Opgehaald op 16 januari 2016 van https://cobra.canvas.be/cm/cobra/boek/1.1447644
Jan Campert-Stichting. (2016). Jan Campert-prijs. Opgehaald op 18 januari 2016 van https://www.jancampertstichting.nl/Cms/Prijzen/jan-campert-prijs1/
Schrijversgewijs. (2016). Schrijversgewijs Eddy van Vliet. Opgehaald op 16 januari 2016 van https://schrijversgewijs.be/schrijvers/van-vliet-eddy/
Van Vliet, E. (1991). De toekomstige dief: gedichten. De Bezige Bij: Amsterdam
Van Vliet, E. (2002). Gigantische dagen. De Bezige Bij: Amsterdam
Van Vliet, E. (2011). Vader. De Bezige Bij: Amsterdam
Wikipedia. (2016). Wiki/Eddy Van Vliet. Opgehaald op 17 januari 2016 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Eddy_van_Vliet
Wikipedia. (2016). Wiki/Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor poëzie. Opgehaald op 18 januari 2016 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Prijs_van_de_Vlaamse_Gemeenschap_voor_Poëzie